Het future casino
Het volume aan termijncontracten (futures) overtreft vele malen de fysieke handel van producent tot verbruiker. Dit is zo voor graanproducten en sommige non-ferro metalen, maar goud en zilver spannen waarschijnlijk wel de kroon. Verschillende on-line handelsplatformen laten zelfs geen fysieke afhandeling toe, zodat een termijncontract de facto altijd neerkomt op een gok op de toekomstige prijs.
Bij het aankopen van een goudfuture, wordt van koper en verkoper een bepaalde beginmarge gevraagd, zodat beiden daardoor aan het contract gebonden zijn. Daalt de goudprijs, dan zal de koper van de ‘future’ zijn marge moeten verhogen. Stijgt de goudprijs, dan wordt aan de verkoper een extra marge gevraagd.
Een koper die een beginmarge van bijvoorbeeld 5% betaalt, waarna de goudprijs 10% stijgt vóór de datum van afwikkeling (settlement), heeft op dat moment zijn beginkapitaal verdrievoudigd. Wie fysiek goud gekocht heeft, noteert gewoon een winst van 10%.
Indien de goudprijs 10% zou dalen, dan wordt aan de koper gevraagd om 10% van de contractwaarde bij te storten, het dubbel van zijn initiële marge, waardoor hij dus 300% verlies noteert. De koper van fysiek goud, noteert gewoon een koersverlies van 10%.
De hefboom bij termijncontracten maakt van de handel in edelmetalen een echt casino. Dit brengt mee dat een hoge volatiliteit inherent is aan de termijnhandel.
De COMEX doet er een schepje bovenop
De initiële marge is geen vast gegeven. Bij een snelle stijging van de goud- of zilverprijs wordt de beginmarge verhoogd, niet alleen voor nieuwe contracten, maar ook voor lopende futures wordt een extra marge gevraagd. Kopers die onvoldoende reserves hebben om die extra marge bij te passen, zijn dan verplicht om hun termijncontract opnieuw te verkopen. Dat zet de prijs sterk onder druk. De COMEX heeft bovendien vrijdag 23 september opnieuw de beginmarge verhoogd en daardoor de ineenstorting van de termijnprijzen van zilver en goud in de hand gewerkt.
Dat de marge ook in een snel dalende markt kan verhoogd worden is niet geheel onlogisch. Door de verhoogde volatiliteit (dagfluctuaties tot $80 voor goud en $5 voor zilver) zijn er dagelijks ‘margin calls’ voor de verliezende partijen. Een verhoogde beginmarge geeft de COMEX de nodige tijd om de afwikkeling van de margin calls te verifiëren.
De kopers van termijncontracten hebben hiermee geen rekening gehouden en voelen zich koud gepakt.
Dat de beginmarge voor termijncontracten soms moet aangepast worden, lijkt evident. Het communicatiebeleid in verband daarmee en de timing van die operaties, laten echter veel te wensen over. Het gebrek aan transparantie doet de indruk ontstaan dat de COMEX een oneerlijke prijsvorming (a rigged market) in de hand werkt en hand- en spandiensten verleent aan de financiële shorts.
In een ‘rustige markt’ – wanneer was dat ook al weer – wordt de beginmarge ook verlaagd. Daar wordt er doorgaans minder heisa rond gemaakt…
Asymmetrie
Doordat de termijnverkopers (baissespeculanten) vaak grote investeringsbanken zijn, treft het verhogen van de beginmarge eerder de kleine speculant die aan koperszijde staat. Hij kan immers geen beroep doen op ‘zero-interest rate’ reserves van de FED.
De handel in futures is een spel met ongelijke kansen. Ook wie op middellange termijn aan het langste eind zou trekken, kan door de koersfluctuaties tijdens de contractduur verplicht worden, zijn positie op te geven. Hefboomwerking is dodelijk voor de financieel zwakste partij.
Een goede illustratie daarvan was de ineenstorting van de zilverprijs begin mei. De voorafgaande weken had de COMEX verschillende keren de beginmarge verhoogd, met slechts een beperkt ‘succes’ in het stoppen van de zilver bull. Een georchestreerde verkoop op de Aziatische markten van termijncontracten voor zilver op 2 mei, bracht een snelle baisse op gang, terwijl de Europese en Amerikaanse markten gesloten bleven en vele speculanten met lede ogen hun papieren winst zagen verdampen. De margin calls waren op 3 mei dan vaak ook een onoverkomelijke hinderpaal. Dat heeft de verdere ineenstorting van de zilvermarkt in de hand gewerkt. De asymmetrie in financiële draagkracht van 'shorts' en 'longs' brengt ook mee dat een 'bear-raid' meestal een stuk sneller gaat dan een 'bull-run'.
Doemdenken
Dat het herstel van de economische activiteit na de financiële crisis van 2008 minder krachtig is dan verhoopt, toont de persistente werkloosheid in de VS en verschillende Zuid-Europese EU lidstaten al enige tijd aan. Financiële injecties en hoge staatsdeficieten konden de economische motor nog enige tijd op gang houden, maar nu er moet bespaard worden lijkt de ontreddering nabij. Er werd min of meer gerekend op het verderzetten van de politiek van ‘Quantitative Easing’ door de FED. De ‘Operation Twist’ die Bernanke aankondigde, was daarvan slechts een flauw afkooksel. Een nieuwe recessie lijkt onafwendbaar en ook het woord ‘depressie’ lijkt geen taboe meer.
We leden forse beursverliezen afgelopen week en met een mogelijk deflatievooruitzicht zijn de edelmetalen, als laatste sterkhouders tijdens de nefaste voorbije beurszomer, nu het voor de hand liggende slachtoffer.
Als het speculantenmilieu de parallellen begint te trekken tussen de sterke terugval van de goudprijs tijdens de stierenmarkt van de jaren 1970-80 (tussen 1975 en 1978 daalde de goudprijs 40%), merkt men dat er twijfel in de rangen geslopen is.
Tot voor kort was het een bijna mathematische zekerheid dat, wanneer op een ‘future settlement day’ de goud- en zilverprijzen sterk onderuit gegaan waren, er een krachtig herstel inzette doordat de ‘shorts’ de voet van het gaspedaal haalden. Het lijkt allerminst zeker dat dit nu opnieuw het geval zal zijn.
(bijdrage geschreven op 25 sept. en gepubliceerd op Edelmetaal-Info en laatste toevoegingen op 26 september 2011)
(bijdrage geschreven op 25 sept. en gepubliceerd op Edelmetaal-Info en laatste toevoegingen op 26 september 2011)
No comments:
Post a Comment